Huishoudelijk Reglement ACW

Hoofdstuk 1 Lidmaatschap

Artikel 1

1) De aanmelding voor het lidmaatschap vindt plaats door middel van een aanmeldingsformulier, hetgeen verkrijgbaar is in de kantine, bij de ledenadministratie en op de website.

2) De ingevulde aanmeldingsformulieren dienen bij de ledenadministratie of betreffende trainer te worden ingeleverd.

Artikel 2

1) Als de beëindiging van het lidmaatschap plaatsvindt door opzegging van de zijde van het lid, dient dit te geschieden door schriftelijke opzegging aan het secretariaat of de ledenadministratie.

2) De termijn van opzegging is aangegeven op het inschrijvingsformulier, en ook in artikel 9, lid 3 van de statuten.

Artikel 3

1) Als een lid naar de mening van het bestuur door gedrag of uitingen afbreuk doet aan het algemeen maatschappelijk aanzien van de vereniging, hetzij zijn gedrag jegens andere leden niet overeenkomstig is hetgeen door de redelijkheid en billijkheid wordt gevorderd, heeft het bestuur bij monde van elk bestuurslid het recht het betreffende lid terecht te wijzen, zulks in het belang van de vereniging.

2) In een geval als in het voorgaande lid bedoeld, kan het bestuur het betreffende lid het lidmaatschap ontnemen, al dan niet na een terechtwijzing. Een zodanig bestuursbesluit dient schriftelijk door de secretaris aan het betreffende lid ter kennis te worden gebracht. Daarbij dient het lid erop te worden gewezen dat het recht bestaat om bij de eerstvolgende algemene ledenvergadering tegen het bestuursbesluit in beroep te gaan.

3) Indien een door het bestuur van zijn lidmaatschap ontheven lid van het recht om bij de algemene ledenvergadering in beroep te gaan gebruik wil maken, dient hij dit binnen vier weken schriftelijk aan de secretaris te melden; hij zal dan tot de algemene ledenvergadering als geschorst worden beschouwd.

Artikel 4

1) Royement kan plaatsvinden door een bestuursbesluit, in geval van wanbetaling. Het betreffende lid dient dan door de secretaris in gebreke te worden gesteld. Als het lid niet binnen vier weken alsnog aan zijn financiële verplichtingen voldoet, kan het bestuur een royementsbesluit nemen. De secretaris stelt het lid schriftelijk van dit besluit in kennis. Daarbij dient het lid ervan op de hoogte gesteld te worden, dat het recht bestaat om bij de eerstvolgende algemene ledenvergadering tegen het bestuursbesluit in beroep te gaan.

2) Indien een door het bestuur geroyeerd lid van het recht om bij de ledenvergadering in beroep te gaan gebruik wil maken, dient hij dit binnen vier weken schriftelijk aan de secretaris te melden; hij zal dan tot de algemene ledenvergadering als geschorst worden beschouwd.

Artikel 5

1) Het bestuur kan een algehele of beperkte ledenstop instellen. De zich aanmeldende kandidaten worden in volgorde van aanmelding op een wachtlijst geplaatst en worden in die volgorde als lid toegalaten, zodra daartoe de gelegenheid weer aanwezig is.

2) Een door het bestuur afgekondigde ledenstop kan niet langer van kracht zijn dan tot de eerstvolgende ledenvergadering. De algemene ledenvergadering beslist dan over handhaving op opheffing van de ledenstop.

Artikel 6

De leden van de afdeling atletiek worden in klassen ingedeeld, overeenkomstig de voorschriften van de Atletiekunie

Hoofdstuk 2 Afdelingen

Artikel 7

De leden van de afdeling atletiek dienen te voldoen aan alle voorschriften en bepalingen van de Atletiekunie.

Artikel 8

De leden van de afdeling recreatiesporten kunnen binnen het kader van hun lidmaatschap van de vereniging niet deelnemen aan wedstrijden of competities waarvoor aansluiting van andere Sportbonden dan de Atletiekunie noodzakelijk is.

Hoofdstuk 3, Bestuur en Commissies

Artikel 9

1) De voorzitter leidt alle bestuurs- en ledenvergaderingen. Hij vertegenwoordigt de vereniging, onverminderd het bepaalde in artikel 14, lid 1 van de statuten Hij ziet toe op de naleving van de statuten en reglementen en besluiten. Hij brengt verslag uit aan de algemene ledenvergadering over het algemene beleid van het bestuur. Hij heeft het recht alle commissievergaderingen bij te wonen. Bij afwezigheid van de voorzitter wordt zijn taak waargenomen door plaatsvervangend voorzitter of één van de andere bestuursleden, in onderling overleg aan te wijzen.

2) De secretaris is belast met alle correspondentie van de vereniging, onverminderd het bepaalde in artikel 14, lid 1 van de statuten, tenzij door het bestuur anders wordt bepaald. Hij draagt zorg voor de archivering van de uitgaande en inkomende correspondentie en van alle voor de vereniging van belang zijnde stukken. Hij zorgt ervoor dat het ledenregister op de algemene ledenvergadering aanwezig is en dat er een presentielijst wordt getekend door alle leden of vertegenwoordigers van leden op grond van artikel 17, lid 1, lid 2, lid 4 der statuten. Hij verzorgt het jaarverslag dat door het bestuur aan de algemene ledenvergadering wordt uitgebracht. Hij kan, met instemming van het bestuur, een deel van zijn werkzaamheden delegeren aan één der andere bestuursleden die dan als tweede secretaris zal fungeren, onder verantwoordelijkheid van de secretaris.

3) De penningmeester beheert de geldmiddelen van de vereniging en voert daartoe de benodigde administratie. Hij adviseert het bestuur omtrent het te voeren financiële beleid en houdt het bestuur regelmatig op de hoogte van de financiële situatie van de vereniging. Hij stelt in overleg met het bestuur de financiële jaarstukken op alsmede de begroting ten behoeve van de algemene ledenvergadering. Hij geeft de door de algemene ledenvergadering benoemde kascontrolecommissie inzage in zijn administratie zo vaak als deze dat nodig oordeelt. Hij kan, met instemming van het bestuur, een deel van zijn werkzaamheden delegeren aan één der andere bestuursleden, die dan als tweede penningmeester zal fungeren, echter onder verantwoordelijkheid van de penningmeester.

4) De Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (WBTR) is vanaf 1 juli 2021 op het gehele bestuur van toepassing. Elk handelen van het bestuur is erop gericht recht te doen aan de doelstellingen van de vereniging. Het bestuur is zich hiervan volledig bewust. In een later stadium zullen de Statuten op dit artikel worden aangepast.

Artikel 10

Het bestuur kan, als het dat wenselijk acht, commissies benoemen voor de uitvoering van bepaalde werkzaamheden ten behoeve van de vereniging. Zodanige commissies zijn te allen tijde verantwoording verschuldigd aan het bestuur.

Artikel 11

Binnen de vereniging is een technische commissie werkzaam, welke bestaat uit een voorzitter, secretaris en een aantal leden van die commissie. De taken van de technische commissie omvatten onder meer, doch zijn niet noodzakelijkerwijze beperkt tot:

  1. Het uitoefenen van de wedstrijdsecretariaten uit en thuis;
  2. Het aanstellen van trainers, het coördineren van de trainingen en het vaststellen van de trainingstijden;
  3. Het aanstellen van wedstrijdbegeleidingscommissies;
  4. Het beheer, onderhoud, en aanschaf van atletiek technische materialen, voor zover dit niet binnen de taken valt van de verhuurder van de accommodatie;
  5. Het bij thuiswedstrijden wedstrijd gereed maken van de accommodatie en/of het wedstrijdterrein;
  6. Het up-to-date houden van het bord met clubrecords;
  7. Het jaarlijks aan het bestuur een voordracht doen voor het toekennen van de prestatie- of wisselprijs.

Teneinde de technische commissie in staat te stellen de haar opgedragen taken te kunnen uitvoeren, stelt het bestuur aan de technische commissie jaarlijks een budget beschikbaar. De functie van wedstrijdsecretaris bestaat uit een functie wedstrijdsecretaris voor uitwedstrijden en een functie wedstrijdsecretaris voor thuiswedstrijden, ieder met een eigen verantwoordelijkheid.

De wedstrijdsecretaris uitwedstrijden draagt zorg voor de inschrijvingen van en de aanschrijvingen aan die leden die aan door eigen en andere verenigingen georganiseerde wedstrijden willen deelnemen. Hij stelt in overleg met de door het bestuur te benoemen technische commissie en/of de begeleidingscommissie de wedstrijdkalender samen en biedt deze ter goedkeuring bij het bestuur aan. Hij draagt zorg jaarlijks voor een verslag over de wedstrijden ten behoeve van de algemene

Ledenvergadering. Hij draagt zorg voor de archivering van de persoonlijke resultaten door de leden op de diverse wedstrijden behaald. Hij registreert de behaalde clubrecords.

De wedstrijdsecretaris thuiswedstrijden draagt zorg voor een goed verloop van de door de vereniging uitgeschreven en te organiseren wedstrijden, geheel overeenkomstig het wedstrijdreglement en de handleiding voor wedstrijdorganisaties van de Atletiekunie.

Artikel 12

Bovendien zal tot de in artikel 10 genoemde commissies behoren een commissie ledenadministratie. De taak van de ledenadministratie omvat onder meer het bijhouden van het ledenregister en alle daarmee samenhangende werkzaamheden. De ledenadministratie zorgt ervoor dat in het bijzonder de penningmeester en de wedstrijdsecretaris uitwedstrijden op de hoogte zijn van de bijgewerkte ledenlijsten.

Artikel 13

1) Bestuursleden hebben een zittingsperiode van één jaar. Zij zijn direct na aftreden herkiesbaar.

2) Het bestuur maakt overeenkomstig artikel 16 lid 5 van de statuten, veertien dagen voor de algemene ledenvergadering bekend welke bestuursleden zullen aftreden en eventueel herkiesbaar zijn.

3) Leden van commissies als bedoeld in artikel 10 hebben een zittingsperiode van één jaar. Zij zijn direct na aftreden herbenoembaar door het bestuur. Het bestuur maakt overeenkomstig artikel 16 lid 5 van de statuten, veertien dagen voor de algemene ledenvergadering bekend, welke commissieleden herbenoembaar zijn.

4) Indien een bestuurslid aftreedt wordt door het bestuur in de vacature voorzien tot de eerstvolgende algemene ledenvergadering.

5) Indien een commissielid tussentijds aftreedt kan het bestuur terstond een nieuw lid benoemen.

6) Voor vrijgekomen bestuursfuncties worden door het bestuur kandidaten gesteld. Kandidaten kunnen eveneens worden gesteld op voordracht van twee, stemgerechtigde leden, echter tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van de algemene ledenvergadering. De namen van de voorgestelde kandidaten dienen in elk geval bij de oproeping tot de al gemene ledenvergadering te worden vermeld.

Artikel 14

Ereleden hebben, op hun daartoe strekkend verzoek, toegang tot de bestuursvergaderingen. Zij hebben daarin een adviserende stem.

Artikel 15

1) Mededelingen van het bestuur aan de leden kunnen worden gedaan door publicatie in het verenigingsorgaan onder het hoofdstuk Bestuursmededelingen;

2) Toezending aan de leden per afzonderlijke circulaire;

3) Een advertentie in een plaatselijk veelgelezen dagblad/streekblad;

4) Aanhangen in het clubgebouw op het mededelingenbord.

5) Op de website van de vereniging en/of via de nieuwsbrief.

6) Van de onder lid 4 genoemde methode mag men geen gebruik maken bij het oproepen tot de algemene ledenvergadering.

Hoofdstuk 4 Financiën

Artikel 16

De contributie (exclusief het deel wat betrekking heeft op afdracht aan de atletiekunie) wordt jaarlijks vastgesteld door de algemene ledenvergadering. De contributieverplichtingen zijn vastgelegd in een contributiereglement.

Jaarlijks wordt de hoogte van de contributie automatisch aangepast, op dat deel wat betrekking heeft op afdracht aan de atletiekunie.

Artikel 17

De contributies dienen te worden voldaan op de wijze zoals die in het contributiereglement is vastgelegd.

Hoofdstuk 5, Gedragsregels, Verklaring Omtrent gedrag (VOG) en vertrouwenspersoon

Artikel 18

De trainer moet zorgen voor een omgeving en een sfeer waarbinnen de sporter zich veilig voelt.

Artikel 19

De trainer onthoudt zich ervan de sporter te bejegenen op een wijze die de sporter in zijn waardigheid aantast, én verder in het privéleven van de sporter door te dringen dan nodig is voor het gezamenlijk gestelde doel.

Artikel 20

De trainer onthoudt zich van elke vorm van (macht)misbruik of seksuele intimidatie tegenover de sporter.

Artikel 21

Seksuele handelingen en seksuele relaties tussen de traineren de jeugdige sporter tot zestien jaar zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel misbruik.

Artikel 22

De trainer mag de sporter niet op een zodanige wijze aanraken dat de sporter en/of de begeleider deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch van aard zal ervaren, zoals doorgaans het geval zal zijn bij het doelbewust (doen) aanraken van geslachtsdelen, billen en borsten.

Artikel 23

De trainer onthoudt zich van seksueel getinte verbale intimiteiten.

Hij/zij zal tijdens training(stages), wedstrijden en reizen gereserveerd en met respect omgaan met de sporter en met de ruimte waarin de sporter zich bevindt, zoals de kleedkamer of hotelkamer.

Artikel 24

De trainer heeft de plicht de sporter te beschermen tegen schade en (macht)misbruik als gevolg van seksuele intimidatie. Daar waar bekend of geregeld is wie de belangen van de (jeugdige) sporter behartigt, is de deze verplicht met deze personen of instanties samen te werken, opdat zij hun werk goed kunnen uitoefenen.

Artikel 25

De trainer zal de sporter geen (im)materiële vergoedingen geven met de kennelijke bedoeling tegenprestaties te vragen. Hij/zij aanvaardt geen financiële beloning of geschenken van de sporter die in onevenredige verhouding tot de gebruikelijke dan wel afgesproken honorering staan.

Artikel 26

De trainer zal er actief op toezien dat deze regels worden nageleefd door iedereen die bij de sporter is betrokken. Als hij gedrag signaleert dat niet in overeenstemming is met deze regels zal hij de betreffende persoon daarop aanspreken.

Artikel 27

In die gevallen waarin de gedragsregels niet (direct) voorzien, ligt het binnen de verantwoordelijkheid van de trainer in de geest hiervan te handelen.

Artikel 28

Alle jeugdtrainers beschikken over een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG). Deze wordt elke 5 jaar door de vereniging vernieuwd. (Een VOG-verklaring (Verklaring Omtrent Gedrag) is één van de maatregelen die een sportvereniging kan nemen om de kans op seksuele intimidatie binnen de club te verkleinen. Het geeft meer zekerheid over het verleden van (nieuwe) trainers, coaches, begeleiders of verzorgers en het vermindert de kans dat personen, die eerder in de fout zijn gegaan, een functie bij de sportvereniging kunnen uitoefenen. Door als vereniging of bond een VOG te verlangen van iedereen die in zijn functie in aanraking komt met minderjarigen, mensen met een verstandelijke beperking, of andere kwetsbare groepen, laat je zien dat je de veiligheid van je leden serieus neemt. Daarom hebben al onze jeugdtrainers een VOG.)

Artikel 29

Atletiek Club Waterland beschikt over een vertrouwenspersoon.