In Nederland komen er per jaar maar liefst 750.000 loopblessures voor. Rennen is heerlijk, en misschien wel de mooiste sport die er is, maar helaas ook blessuregevoelig. Langdurige kwetsuren vergallen het loopplezier en moeten dus zoveel mogelijk worden voorkomen. De trainer speelt daar een essentiële rol in.
Zo screent een trainer de atleten vóór ze aan de slag gaan met vragen als ‘heb je last van pijntjes’, ‘ben je goed uitgerust of wat moe’, en ‘hoe heb je de laatste training verwerkt’? Stel, je pupil meldt dat de achillespees wat gevoelig is. Dan moet bij jou als trainer een alarmbel afgaan want er ligt een beruchte, langdurige blessure op de loer. Dan is het zaak het schema direct naar beneden bij te stellen, en ook tijdens de training in de peiling te houden of de pijn niet verergert. (Tekst loopt door onder de foto.)
Dit en nog veel meer leerden we deze zaterdag van Roel van Opdorp, fysiotherapeut van de Atletiekunie. In de ACW-kantine gingen de wijze woorden van Roel er bij de trainers in als Gods woord in een ouderling. En het bleef niet bij de theorie alleen. We gingen ook de baan op en werkten samen een uitgebreide trainingssessie af. Terug in de kantine werden de diverse facetten besproken en geëvalueerd.
Het was een leerzame en leuke dag. Onze gemeenschappelijke noemer is de liefde voor de loopsport en onze kennis daarover te delen. Daar paste deze cursus prima in want als trainer zie je je atleten natuurlijk graag blij en dus blessurevrij.
Roel, enorm bedankt voor je wijze lessen. En Paul Spiertz voor de organisatie, de goddelijke broodjes en hemelse QRentenbollen.